Bij de Masai
Door: Sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
30 September 2017 | Tanzania, Ilula
Visiting the Masai
Op een zondag waren we klaar om met zijn vijven een masai stam te bezoeken. Samen met Ab, Gerard, Ida, Paulien en Winfrida stapten we om iets voor 9 uur in de auto. Het zou ongeveer een uur rijden zijn, aan de andere kant van de berg. Vandaag gaan we voor het eerst op visite bij een Masaistam, zouden we eerst een kerkdienst mee maken, daarna de huizen bekijken, samen lunchen en daarna traditioneel dansen. Dan hebben de vrouwen natuurlijk hun eigen handeltje uitgestald, zodat we ons daarop los kunnen laten.
Van Mazukanzi naar het Masai dorp is al genoeg te zien vanuit de auto. We moeten één berg over. Normaliter zou dat niet zo lang moeten duren, maar hier wordt je veel geconfronteerd door vrachtwagens, veel vrachtwagens. Het maakt trouwens niet uit dat het zondag is, ook op zondag rijden de wagens af en aan. De berg op doen ze kruipend. De grote machines moeten boesteren van het ene vlakke stuk naar het andere vlakke stuk. Ook naar beneden gaan ze zeer traag. De remmen zijn vast niet allemaal meer even sterk, dus blijf dan maar rustig rijden om gevaarlijke momenten te voorkomen. En dan staat er om de paar honderd meter ook nog een truck stil. Even een plaspauze op de berg of je truck wat af laten koelen. Gelukkig is er af en toe een ‘slow lane’, die dan daar mooi voor gebruikt wordt.
Als eerst komen we aan bij een vierkant gebouw. Van de buitenkant zul niet herkennen dat het een kerk is. Berit (van IOP) heeft ons al verteld dat er ooit een soort van gebouw was. Alleen zat er een half dak op, brokkelden de muren af en waren er geen zitplekken binnen. Zij heeft, samen met het IOP toen gesponsord voor een nieuwe kerk.
Eenmaal binnen zijn de eerste twee rijen banken voor ons. Er bevinden zich zo’n 30 mensen in de kerk, inclusief veel kinderen. Links voorin vallen mij gelijk een aantal meiden op. Gekleed in paarse doeken, op hun schouder vastgemaakt met een veiligheidsspeld of een knoopje. Allen hebben ze gemillimeterd haar en dragen ze mooie kettingen. Dat zijn ze, de masai meiden. Na zo’n 5 minuten wachten worden er voorin de kerk twee kaarsen aangestoken. Daar hebben ze het zeker mooi aangekleed. Dezelfde paarse kleuren hangen voorin gedrapeerd aan de wand. Achteraf wordt mij duidelijk dat deze kleur zeer veel door de masai gebruikt wordt.
De pastoor komt binnen en de dienst begint. We hebben zo’n anderhalf uur braaf geluisterd naar een taal waar geen touw aan vast te knopen is. Gelukkig was er af en toe wat afleiding als in dansjes en gezang van de meiden. Prachtig om te zien hoe ritmisch zij kunnen zingen met behulp van een emmer en een stok als trommel.
Mijn oog viel gelijk op het tweede meisje in de rij. Later kwam ik er achter dat dit Rebecca van 14 jaar oud is. Mijn gedachten gaan naar haar leven, wat zal zij al meegemaakt hebben en vooral wat gaat zij nog mee maken? Wordt zij uitgehuwelijkt, heeft ze misschien al kinderen, kan ze zelf een man kiezen, gaat ze naar school of moet ze de rest van haar leven voor anderen zorgen? Vragen voor haar, waarbij ik mij besef hoe anders onze jeugd zou zijn.
Na 1,5 uur lopen we allemaal naar buiten en maken voor de ingang van de kerk een kring. We pakken elkaars handen vast en er wordt nog een laatste gebed gedaan. Priester Samuel noemt zijn vader in zijn laatste woorden. A is de vader van de stam waar we naar toe gaan, naar zijn familie. Hij is getrouwd met 7 vrouwen, waarvan er helaas al twee overleden zijn. Bij het zien van deze man, krijg ik verschillende gevoelens. Hij ziet er aardig en open uit, groet ons hartelijk. Zij oorlellen zijn flink uitgerekt, en hij draagt een westers bloesje met army erop. Wat een hippe man. Hij is zo’n 73 jaar en woont al zijn hele leven in deze omgeving, een echte masai.
Met hem en de rest van de familie lopen we mee richting de eerste huizen. Onderweg passeren we een ontzettende grote baobab boom, waar hij graag een foto van wil met onze camera’s. Ik merk op dat A met een stok steeds de weg voor ons schoonmaakt, hij slaat stokken en stenen op zij voor zijn gasten.
Zo’n 500 meter verder, wat hoger op een berg, komen we aan bij de eerste twee huizen. Deze huizen zijn van zijn eerste en ena laatste vrouw. Erbij is een soort binnenplaatsje en twee kralen voor de koeien en de geiten. Die kralen worden gemaakt van stevige dikke takken in de grond, die dan zo’n 3 jaar gebruikt kan worden. Hierna moet de kraal verplaatst worden, omdat er dan genoeg poep in de grond zit. Deze plaats wordt dan weer goed gebruikt als akkertje. Ook de huizen verplaatsen steeds. In deze stam is het normaal dat de vrouwen, naast al het andere werk dat ze verzetten, de huizen bouwen. Vaak zijn dit hutjes die uit twee of drie ruimtes bestaan. De ingang is laag, ik moet er voor bukken om binnen te komen. In de eerste ruimte, die ongeveer 2 bij 3 meter is, is vaak ook een vuurtje om op te koken. Hierdoor staat vaak het hele hutje vol met rook en slaat het gelijk op je ogen en je longen als je binnen komt. Aangezien mevrouw nog karibu, karibu (welkom, welkom) blijft roepen, doe ik net alsof ik de rook niet voel. Nu worden we verder gebracht naar de slaapkamer. De ingang hiervoor is nog lager en smaller dan ikzelf ben, dus ik moet er gebukt en zijwaarts doorheen. Nu kom ik in een stikdonkere kamer, want ramen kennen ze niet. Ik zie niets en probeer door middel van foto’s te maken te ontdekken wat er om mij heen staat. Het blijkt een bed te zijn, op een hoogte van zo’n 50 centimeter. Het zijn palen in de grond en daarover heen een koeienhuid. Mevrouw legt uit dat zij de koeienhuid gebruiken als matrassen, ze maken ze soepel door ze met melk in te masseren. Er liggen ook wat oude lakens, die zij waarschijnlijk gebruiken als deken. Verder wordt deze slaapkamer van ook zo’n 2 x3 ook gebruikt als opslag. Er hangen veel dingen aan een paal die het hoogste punt van het hutje is. Een soort kastje met potten en pannen. Heftig om zo te moeten leven.
We vervolgen onze reis naar het volgende deel van de familie. Na zo’n paar honderd meter komen we op een open vlakte die als voetbalveld dient. Hier achter staan nog wat huisjes en wat verder op een berg zien we zelfs een huis van blokken. Deze familie heeft sinds een paar jaar twee brickhouses, dus ze gaan vooruit. We worden geleid naar een grote boom, waar onder de ontmoetingsplaats is. Er staan stoelen, krukjes en wat matten. Zodra we daar aankomen en mogen neerploffen wordt gelijk het verschil tussen mannen en vrouwen weer duidelijk. De mannen blijven bij ons zitten, vrouwen verdwijnen de huizen in. Er wordt ons verteld dat zij de lunch gaan voorbereiden. Ik ben heel benieuwd wat we te eten gaan krijgen, hier in de middle of nowhere..
Tussen de mannen en de blanken komt er een gesprek op gang. Wij hebben vragen, die door middel van Winnie vertaald worden, en zij willen ook dingen van ons weten. Ik vraag hen onder andere wat hun taken zijn. Zij vertellen dat de mannen de verzorging van de dieren op zich nemen, de jonge jongens gaan overdag op pad met hun kuddes. De meeste van hun kinderen gaan wel naar school, dus spreken allen een schraal woordje Engels. Ik probeer een gesprek op gang te krijgen over besnijdenis. Sinds een aantal jaar is de besnijdenis voor meisjes in dit land verboden. De jongens worden nog wel steeds besneden. Ik vraag me af of de Masai achter deze beslissing staan, of dat ze het stiekem nog steeds doen. Winnie moet lachen om mijn vraag, maar vertaald hem wel. Op dat moment vraag ik me al af of ik wel een eerlijk antwoord zal krijgen. Natuurlijk gaan ze hier een onbekende blanke niet vertellen dat ze stiekem nog hun meiden besnijden. Het antwoord is dan ook dat ze blij zijn met de regel, omdat het te gevaarlijk was. Ik blijf m’n vraagtekens erbij hebben. De man ziet er heel aardig uit, maar dit gaat te gemakkelijk. Ik besluit om mijn onderwerp hierbij af te sluiten.
In het gesprek praten we verder over school, hoe ze aan eten komen, of de kinderen uitgehuwelijkt worden, hoe ik aan m’n lange haar kom en hoeveel ik waard zou zijn. 15 koeien zouden ze voor mij overhebben, ik voel me vereerd maar sla het aanbod af. Ondertussen komen er steeds meer en jongens aanlopen en bij ons zitten. Het valt me op dat iedereen opstaat en naar de nieuweling toeloopt, anders als wij Nederlanders, die zelf het kringetje rond gaan. De jongere jongens geven de oudere mannen geen hand, maar buigen hun hoofd. Als teken van respect voor de ouderen, waarop zij hun hand op het hoofd leggen als begroeting.
De Masai-mannen hebben een kenmerkend uiterlijk en kleding. Het is de enige stam in Tanzania die erg lang is. Vooral de onderbenen, tot aan de heupen komen ruim boven mijn heupen uit. En dat voor die jonge jongens. Allen dragen zij doeken om hen heen, afgebonden met een riem om hun middel. Hiertussen geklemd zit een mes en een stok met een bolling erop. Het mes voor het slachten en gevaarlijke momenten en de knuppel voor de slangen die ze vaak onderweg met hun kudde tegenkomen. Meer hebben deze mannen niet nodig, wat een primitief bestaan. Toch zie ik onder deze boom steeds meer mobieltjes tevoorschijn komen. Vooral bij de oudere mannen gaat er af en toe een bliepje af..
Ondertussen wordt er een lage salontafel naar beneden gesjouwd en achter ons neergezet. Een voor een komen er vrouwen met pannen naar buiten. De hele tafel wordt vol gezet. Als dank voor ons bezoek hebben we geld meegenomen, hierdoor hebben we nu zo’n groot buffet. Als eerste mogen wij opscheppen, al ben ik nog steeds huiverig wat er onder die deksels schuilt. Zodra ik spaghetti zie, vind ik het al prima. Daarvan weet ik zeker dat ik het zonder moeite kan eten. Verder nog wat rijst en groene snot erbij. Dit krijgen we elke dag ook in het weeshuis, beetje bitter, maar prima Tanzaniaanse andijvie. Het zal wel gezond zijn, denk ik dan maar. Het vlees sla ik ook vandaag maar weer even over, hier ben ik niet zo enthousiast over. Grote stukken en alles zit er nog aan, nee mijn bord ligt vol.
Het verbaasd ons dat de grote baas niet als eerste te eten pakt, na de bezoekers. Hij blijft rustig zitten en wacht tot de anderen geweest zijn. Dit is vreemd, hij heeft de hoogste rang, waarom laat hij kinderen voorgaan. Maar dan wordt het ons duidelijker. Er is nog geen 1 vrouw die aan het opscheppen is, op 1 na. Dit bord is niet voor haarzelf, maar voor haar man. Er wordt hier voor meneer opgeschept, zodat hij lekker kan blijven zitten. Jeetje, meneer heeft het goed voor elkaar. Alle mannen scheppen hun borden heel goed vol, een grote bolling erop. Er wordt niet echt rekening gehouden met het feit dat er nog heel veel vrouwen en meisjes ook te eten moeten hebben. Ik hoop dat er voor hen nog genoeg is. Maar Winnie vertelt mij dat de vrouwen dit weten en altijd wel wat resten in de keuken bewaard hebben. Gelukkig.
Na het eten is het tijd om te dansen, op de typische masai manier. We worden naar de brickhuisjes gebracht, daar liggen onze kleren klaar. Ik wordt ook in de paarse doeken gewikkeld, vastgemaakt met een knoopje op m’n schouder. Dan nog een doek eronder, over m’n benen. Om het af te maken worden we versierd met vele kettingen. Kleine meisjes om ons heen doen ons al voor hoe we straks moeten dansen. Vooral met je schouders naar achter zodat je borst omhoog gaat en je kettingen mooi springen. Oke, dat moet ik kunnen. De mannen worden in het andere huisje ook omgekleed en uitgerust met andere doeken en een stok. Zodra we allemaal buiten staan, moeten we in een polonaise rij weer naar beneden lopen. Hier begint de dans, die ik zie als een soort paringsdans. De mannen maken lage geluiden, die je kunt vergelijken met het balken van die herten. We staan in twee rijen tegenover elkaar, mannen tegen de vrouwen. Zij beginnen eerst met geluiden en hun dans. De mannen wordt geacht zo hoog mogelijk te springen, met hun stok in hun hand. Er springen er maar 1 of 2 tegelijk. De meisjes kijken toe, naar hoe het andere geslacht zichzelf zo goed mogelijk voordoet. Dit duurt wel even, wij staan te wachten. Maar op een moment veranderen de geluiden van de mannen van gehoem, gehoem, naar uitdagende zang. De vrouwen reageren hierop door naar voren te stappen en met hun schouders en borst te dansen. Het maakt dus niet uit hoe groot je voorgevel is, want zelfs de kleinste meisjes kunnen dit heel goed. Hoe het eruit ziet voor mij, een soort vleeskeuring. Ik voel me ongemakkelijk omdat ik het lang niet zo goed als hen kan. De jongens tegenover mij, blijven mij aankijken en wachten op het moment dat ik m’n best ga doen. Oke, ik doe m’n best jongens maar m’n beginnersgeluk laat me in de steek. Hun gezang rondt af met 1 woord, waarop de meiden weer terugrennen naar de lijn. Zo worden we zo’n vijf keer uitgedaagd, waarna de mannen zelf weer gaan imponeren. Bijzonder om te zien, kijken en bekeken worden is hier zeker van belang. Ik houd in m’n achterhoofd dat deze mensen allemaal familie zijn, maar anders zou je denken dat dit de perfecte plek is om je toekomstige partner uit te zoeken.
Na ongeveer een kwartier is de dans afgelopen en maken we nog wat foto’s van ons samen. Wat een bijzonder gevoel om voor eventjes zo in een groep te zijn en te doen wat zij zien als dagelijks leven. We worden weer terug naar de huizen geleid en toveren ons weer om naar onze eigen kleding. Weg masai- gevoel, hallo toerist. Toch behoud ik het fijne gevoel. Rebecca helpt mij heel goed met het goed uittrekken van de vele doeken en we maken samen foto’s. De meiden vinden het fantastisch om hun eigen gezicht op het cameratje te zien.
De dag is bijna afgelopen. Zodra we terugkomen bij de boom, hebben de oudere vrouwen allemaal sieraden en mandjes uitgestald. Ze willen graag nog proberen om iets aan ons te verkopen. Van te voren is aan ons gevraagd om alsjeblieft iets van deze mensen te kopen, om hun te steunen in hun dagelijks leven. Nu wil ik graag iets kopen, omdat ik deze ervaring nooit meer wil vergeten en daar graag een aandenken bij wil. Wat armbandjes van kleine kraaltjes zijn daarom snel van mij. Er liggen hele mooie mandjes van kraaltjes, maar aangezien ik er nog een half jaar mee moet rond wandelen, laat ik die liggen.
Op bezoek bij de Masai, hun leven zien, hun huizen bewonderen, het eten eten, en dansen zoals alleen zij dat kunnen. Het was bijzonder, het was fantastisch, het is om nooit meer te vergeten.
Masai: a santa sana!
Liefs Sanne
-
30 September 2017 - 12:07
Marjolein Klomp:
Wat een geweldig verhaal weer!wat een ervaring zeg!Een prachtige herinnering denk ik,liefs mams X -
30 September 2017 - 14:38
Denise:
Jee wat kan je toch mooi schrijven zussie.
Prachtig verhaal uit de werkelijkheid.
Veel plezier nog.
Dikke kis denies -
30 September 2017 - 14:38
Denise:
Jee wat kan je toch mooi schrijven zussie.
Prachtig verhaal uit de werkelijkheid.
Veel plezier nog.
Dikke kis denies -
30 September 2017 - 14:38
Denise:
Jee wat kan je toch mooi schrijven zussie.
Prachtig verhaal uit de werkelijkheid.
Veel plezier nog.
Dikke kis denies -
01 Oktober 2017 - 11:01
Joost:
Jeetje Sanne wat een belevenis en ervaring om dit zo mee te maken. Erg leuk om te lezen dat jullie gewoon een dag deel uit maakten van dzez stam. Ik ben benieuwd naar de3 foto`s van jou in die dans kleding.
Groetjes, papa.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley